VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE
Sinds 1 mei 2001 is veiligheidscoördinatie verplicht voor alle bouwwerken (zowel nieuwbouw, verbouwing als onderhoudswerkzaamheden) waarbij werken uitgevoerd worden door 2 of meer aannemers, gelijktijdig of achtereenvolgens (dus ook als de aannemers nooit tegelijk op de werf aanwezig zijn).
Hierbij dienen alle werken in beschouwing genomen :
- afbraakwerken
- grondwerken
- ruwbouwwerken
- dakwerken, dakdichting
- plaatsen buitenschrijnwerk
- sanitair
- elektriciteit
- ventilatie
- andere technieken
- pleisterwerken
- schilderwerken,
- plaatsen binnenschrijnwerk (trap, keuken, ingebouwde kasten…)
- alsook de nutsmaatschappijen (water, gas, elektriciteit, telecom …)
- ….
Indien alle werken door slechts 1 aannemer wordt uitgevoerd, zonder onderaannemers, is geen veiligheidscoördinatie van toepassing, maar dient wel een postinterventiedossier (PID) te worden opgesteld.
De veiligheidscoördinator wordt aangesteld door :
- voor werven met een oppervlakte van < 500 m2 : door de architect (dit kan voor rekening van de bouwheer)
- voor werven met een oppervlakte van meer of gelijk dan 500 m2 : door de opdrachtgever.
Voor grotere werven (met een bedrag groter dan 2.5 miljoen euro geïndexeerd vanaf mei 2001 of met meer dan 5000 mandagen en 3 of meer aannemers) is een veiligheidscoördinator niveau A vereist.
Voor de overige niet zo grote werven (met een bedrag kleiner dan 2.5 miljoen euro geïndexeerd vanaf mei 2001 en met minder dan 5000 mandagen) is een veiligheidscoördinator niveau B vereist.
iVES beschikt over veiligheidscoördinatoren van zowel niveau A als B.
De veiligheidscoördinator dient in een zo vroeg mogelijk stadium te worden aangesteld : eigenlijk van zodra de bouwheer de intentie heeft om te bouwen.
In de ontwerpfase wordt de veiligheidscoördinator ontwerp (VCO) aangesteld :
- hij coördineert de ontwerpkeuzes qua materialen en/of planning die toelaten het bouwwerk op een veilige manier op te richten en te onderhouden
- hij brengt de veiligheidsrisico’s en de kritische fases in kaart
- hij stelt en veiligheids- en gezondheidsplan Ontwerp op
- hij opent het postinterventiedossier en het coördinatiedagboek
- hij overhandigt na de ontwerpfase de bovenvermelde documenten aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking (VCV)
Na de ontwerpfase wordt voor de uitvoeringsfase de veiligheidscoördinator Uitvoering of Verwezenlijking aangesteld (VCU of VCV) :
- hij stelt het veiligheids- en gezondheidsplan Verwezenlijking op
- hij coördineert inzake veiligheid de verschillende aannemers
- hij voert de nodige plaatsbezoeken uit minstens bij de kritieke fases (dit zijn de gevaarlijkste fases of de momenten waarbij overleg vereist is)
- hij formuleert opmerkingen inzake veiligheid
- hij stelt het Postinterventiedossier (PID)
Het Postinterventiedossier (PID) is een document dat de bouwheer of latere eigenaars of gebruikers van het bouwwerk moet helpen om het gebouw op een veilige manier te onderhouden of te verbouwen. Het document wordt verplicht ter beschikking gesteld aan huurders of aan de nieuwe eigenaars als bijlage van de notariële akte.
EPB-VERSLAGGEVING
Heeft u een nieuwbouwproject of verbouwing met een stedenbouwkundige vergunning of melding, dan dient deze te voldoen aan de energieprestatieregelgeving opgelegd door het VEKA (Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap).
EPB staat voor Energie Prestatie en Binnenklimaat. Het zorgt er voor dat uw woning of gebouw energiezuinig is wat goed is voor zowel het milieu als uw portemonnee. Daar boven zorgt het ook dat een aangenaam en gezond binnenklimaat wordt gecreëerd, wat goed is voor uw comfort en woonervaring.
EPB is een begeleidingsproces dat van bij de ontwerpfase tot de oplevering er over waakt dat de opgelegde energieprestaties van een gebouw worden behaald en wij helpen u bij elke stap, samen met u en uw architect :
In ontwerpfase :
- in de ontwerpfase wordt door iVES een voorstudie Dit is een overzichtelijk document waarin – rekening houdend met de keuzes van de klant – de nodige ontwerpkeuzes worden opgelijst, zodat wordt voldaan aan de energieprestatieregelgeving.
- deze ontwerpkeuzes situeren zich zowel op het vlak van isolatie, technieken, ventilatie, hernieuwbare energie enz.
- uw architect vertaalt deze eisen in praktische richtlijnen naar de aannemers.
Tijdens uitvoering :
- wanneer U ons tijdig de startdatum van de werken laat weten, dienen wij de startverklaring in bij het VEKA. Deze bezorgt u ons ondertekend terug.
- de architect bewaakt dat de voorstudie in praktijk vertaald wordt in een correcte uitvoering en verwittigt iVES ingeval er afwijkingen zijn, zodat wij steeds kunnen bijsturen.
- wij begeleiden u bij uw keuzes en kijken na of de bestelde materialen zoals buitenschrijnwerk, verwarming en ventilatie voldoen aan de richtlijnen, indien u ons natuurlijk hiervan tijdig de nodige info bezorgt. Dit vermijdt de kans op problemen bij de eindaangifte !
- u kan ons alle nodige stavingsstukken bezorgen via ons digitaal bouwdossier. Wij kijken dit na en geven u de nodige feed-back en sturen u de nodige herinneringen.
- u laat iVES weten wanneer wij de controle van de ventilatie kunnen uitvoeren en de luchtdichtheidsmeting.
Bij het einde (ingebruikname of oplevering) :
- u laat ons tijdig de datum van ingebruikname of oplevering weten
- u kan nog de eventueel ontbrekende stavingsstukken opladen
- wij verwerken deze gegevens samen met resultaten van de ventilatieverslaggeving en de luchtdichtheidsmeting.
- iVES maakt de voorlopige aangifte op, en stuurt u deze voor akkoord door.
- na ontvangst van uw schriftelijke goedkeuring dienen wij de EPB-eindaangifte officieel in bij het VEKA.
- iVES bezorgt u hiervan een kopie en u stuurt ons deze ondertekend terug.
STABILITEITSSTUDIE
Als ingenieursbureau staan wij graag in voor de stabiliteitsberekening van uw bouwproject.
Naast eigen software beschikken wij over 3D-eindige elementen software om volgens de geldende EuroCode de meest complexe structuren te modelleren.
Of het nu gaat over een kleine verbouwing of aanbouw, of grotere structuren met meerdere bouwlagen het wekt onze interesse.
Beton -en/of staalstructuren, een houtskeletbouw of combinaties van deze bouwtypes we berekenen ze graag voor u.
Een verbouwdossier wordt door ons pas opgestart na een plaatsbezoek zodat we de bestaande toestand exact in kaart kunnen brengen en bij uitvoering niet voor verrassingen komen te staan.
Voor een nieuwbouw starten we op basis van de architectuurplannen om zo uw bouwdroom waar te maken.
iVES begeleidt uw dossier nauwgezet met de nodige controlebezoeken.
Kiest u ook voor EPB verslaggeving bij iVES dan lossen onze ingenieurs de bouwknopen (koude bruggen) in uw dossier eveneens op.
VENTILATIEVERSLAGGEVING
Bij een goed geïsoleerde en luchtdicht afgewerkte woning is ventilatie noodzakelijk.
We willen immers dat een gezond binnenklimaat wordt gecreëerd :
- Immers door onze ademhaling verbruiken we de zuurstof in de lucht.
- Door te koken, wassen etc. produceren we ook vocht in de woning, maar ook door eigen ademhaling en transpiratie !
- Allerhande materialen zoals vezelplaten, lijmen, plastics etc. geven vluchtige bestanddelen af.
Dit betekent dat deze vochtige en/of verontreinigde lucht op een gecontroleerde manier dient afgevoerd te worden en dat verse en zuurstofrijke lucht dient aangevoerd te worden, eveneens op een gecontroleerde manier.
Een goed geventileerde woning vermijdt eveneens het risico op condensatie en schimmelvorming.
Een goede ventilatie bereikt men door :
- in de droge ruimtes (living, bureau, slaapkamers) verse lucht toe te voeren (via raamroosters of door mechanisch in te blazen),
- deze verse lucht te laten doorstromen (via deurspleten),
- om dan de verontreinigde lucht af te voeren in de natte ruimtes (keuken, WC, badkamer) (op natuurlijke wijze of door mechanische afzuiging).
Zo onderscheidt men 4 ventilatie-systemen :
- Systeem A : natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer.
Dit is qua installatie het goedkoopste systeem. De afvoer dient wel via verticale kanalen met vrij grote diameters te gebeuren. Bovendien kan een koude of tochtgevoel ontstaan en treedt een belangrijk verlies op van warmte.
- Systeem B : mechanische toevoer en natuurlijke afvoer.
Dit wordt zelden toegepast. Bij niet luchtdichte afwerking van bvb. isolatie van het dak, riskeert men dat vochtige lucht door deze constructies wordt geblazen met condensatie als gevolg.
- Systeem C : natuurlijke toevoer en mechanische afvoer.
Makkelijker haalbaar dan systeem A of B en beter regelbaar.
- Systeem D : mechanische toevoer en mechanische afvoer.
Dit wordt meestal gerealiseerd als balansventilatie (evenveel afvoer als toevoer), waarbij de warmte van de afgevoerde lucht wordt teruggewonnen om de in te blazen lucht voor te verwarmen. Men heeft meer ventilatiekanalen nodig dan bij een systeem C, maar het energieverlies blijft beperkt. Dit kan ook een oplossing zijn indien men geen raamroosters wenst om esthetische of acoustische redenen.
Zowel bij systeem C als D, kan het systeem nog verfijnd worden met een sturing in functie van bvb. vochtgehalte in natte ruimtes of CO2 gehalte in bvb. slaapkamers. In dit geval spreekt men van een een systeem C+ of D+.
De voor- en de nadelen van zowel een systeem C als D worden verder besproken in de FAQ VVG : Voor- en nadelen van systeem C en D
Ventilatieverslaggeving is van toepassing op residentiële projecten (met functie wonen) voor nieuwbouw en ingrijpend energetische renovaties.
Dus niet op gewone verbouwingen en dus ook niet op kantoren ed. . Opgelet : dit betekent natuurlijk niet dat voor deze projecten geen ventilatie-eisen zijn, integendeel. Alleen is voor deze projecten geen ventilatieverslaggeving vereist.
Ventilatieverslaggeving houdt naast de coördinatie nog 4 belangrijke punten in:
Opstellen van een ventilatie voorontwerp (VVO)
In het ventilatievoorontwerp worden alle nodige parameters voor een goed werkend ventilatiesysteem vast gelegd. In overleg met de bouwheer en architect wordt bepaald welk ventilatiesysteem wordt gekozen (systeem A of B, maar meestal systeem C of D, zie ook FAQ). De lokatie van het ventilatietoestel wordt bepaald, de vereiste debieten per ruimte worden berekend, de regelbare toevoeropeningen (zoals raamroosters) worden gedefinieerd, de doorstroomopeningen (zoals deurspleten) worden bepaald. Tot slot wordt bij een systeem D er ook voor gezorgd dat het systeem in balans is, dit betekent dat het toevoerdebiet ongeveer gelijk is als het afvoerdebiet (maximaal 10% afwijking). Al deze elementen worden in een overzichtelijk rapport en plan aangegeven zodat uw installateur, schrijnwerker en ramenleverancier hier de nodige info kan in vinden.
Controle ter plaatse van de regelbare toevoeropeningen (RTO)
Regelbare toevoeropeningen zijn bijvoorbeeld de regelbare raamroosters bij een systeem C of A. Dit is niet van toepassing bij een ventilatiesysteem B, D en D+.
Controle ter plaatse van de doorvoeropeningen (DO)
Dit zijn bijvoorbeeld deurspleten welke voldoende groot moeten zijn om een goede doorstroming van verse lucht door de verschillende ruimtes te kunnen garanderen.
Controle van de bereikte debieten van de mechanische ventilatie
Na inregeling van de ventilatie-installatie door de installateur, voert de ventilatieverslaggever controlemetingen uit van de bereikte debieten. Deze worden verder verwerkt in het EPB-verslag. Bij een systeem C of C+ worden enkel de afvoerdebieten gemeten. Bij een systeem D of D+ worden zowel de toevoerdebieten (pulsie) als afvoerdebieten (extractie) gemeten. De bouwheer zorgt dat alle toevoer- en afvoermondjes voldoende bereikbaar zijn (zie ook de FAQ hierover). Ook moet het ventilatiesysteem zelf toegankelijk zijn zodat het werkelijk vermogen kan worden gemeten.
De ventilatieverslaggever wordt op zijn beurt gecontroleerd door een onafhankelijk en extern controle-organisme (BCCA of SKH)
LUCHTDICHTHEIDSMETING
Luchtdicht ver(bouwen) wordt steeds belangrijker en maakt uw woning energiezuiniger.
De resultaten van een luchtdichtheidsmeting (ook gekend als of "blowerdoortest") bij een nieuwbouw of na een ingrijpende energetisch renovatie kan u gebruiken om te voldoen aan het opgelegde E- of S- peil.
Bij een goede luchtdichtheid kan u eventueel in de premies vallen.
Hoe gaat zo een test in zijn werk ?
Een krachtige ventilator gemonteerd in een frame wordt in een deur of raamopening geplaatst.
De woning wordt eerst in onderdruk geplaatst zodat de buitenlucht door luchtlekken zoals kieren en spleten naar binnen wordt gezogen. Door middel van rookstaafjes kunnen deze luchtlekken worden gevisualiseerd.
Vervolgens wordt de woning in lichte overdruk geplaatst, zodat de binnenlucht langs kieren en spleten naar buiten wordt geblazen.
De mate waarin de ventilator extra debiet dient te voorzien om de woning in over- en onderdruk te houden, is een maat voor de totale luchtverliezen of omgekeerd voor de luchtdichtheid van de woning.
De uitvoering van een luchdichtheidstest neemt ca. 1,5 uurtje in beslag.
U kan rustig in de woning blijven. Tijdens de onder- en overdrukmeting moeten alle binnendeuren opstaan en alle ramen en buitendeuren dicht zijn.
Tijdens de test wordt het drukverschil opgemeten tussen de binnen – en buitenomgeving. Door onstabiele weeromstandigheden (vooral wind) is het mogelijk dat de test niet kan worden uitgevoerd en op een later moment dient uitgevoerd.
KEURING PRIVERIOLERING
Bij nieuwbouw of bij grote werken aan uw leidingnet voor de afvoer van afval- en/of regenwater, dient u de privéwaterafvoer te laten keuren.
Met 'privéwaterafvoer' wordt bedoeld: uw leidingen voor waterafvoer (van afvalwater en/of regenwater) tot aan de aansluiting op de openbare riolering.
Keuring riolering is verplicht :
- bij een nieuwbouw of herbouw conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
- bij de realisatie van een nieuwe bijkomende huisaansluiting of bij de plaatsing van een individuele sanering
- bij vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid
- bij de aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein (afkoppeling), tenzij er een keuring is uitgevoerd voor nieuwbouw of herbouw die maximaal 5 jaar oud si
- bij het uitvoeren van herstelmaatregelen naar aanleiding van een voorafgaande keuring van privéwaterafvoer.
Tijdens de keuring controleren wij :
- of het afvalwater (correct) aangesloten is op de openbare riolering (als de openbare weg een openbare riolering heeft)
- of regenwater en afvalwater goed gescheidenworden op het private terrein.
- of regenwaterput, septische put (indien nodig) en infiltratie-voorzieningen geplaatst zijn en de juiste inhoud of afmetingen hebben
iVES biedt u een extra dienstverlening : voorafgaandelijk nazicht of uw rioleringsplan voldoet aan alle eisen zodat bij een conforme uitvoering, dit leidt tot een conform keuringsattest.
EPC OPMAKEN
Als eigenaar bent u verplicht bij de verkoop of verhuur van uw woning over een EPC of Energie Prestatie Certificaat te beschikken.
Dit document dient u voor te leggen aan de kandidaat koper of de toekomstige huurder.
Het EPC vertelt u meer over de energiezuinigheid van uw woning. Dit wordt aan de hand van een kerncijfer weergegeven. Hoe lager dit cijfer, hoe energiezuiniger uw woning is.
Het certificaat heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. Indien u dus binnen die termijn opnieuw verhuurt of verkoopt dient geen certificaat worden vernieuwd!
Bent u een verkoper/verhuurder van een onroerend goed dan dient u beroep te doen op een erkende energiedeskundige type A voor de opmaak van een EPC van uw woning.
iVES beschikt over een erkend energiedeskundige. Aarzel niet en contacteer ons !
Bij een nieuwbouwwoning of Ingrijpend Energetische Renovatie wordt automatisch uit de EPB-verslaggeving een attest EPB-bouw afgeleid. Voor een gewone verbouwing is dit niet het geval
EPC-label-premie
Via Fluvius kan u ook in aanmerking komen voor een EPC-labelpremie :
- indien uw woning beschikt over een EnergiePrestatieCertificaat EPC E of F (dat niet ouder mag zijn dan 2019) en door renovatie behaalt u binnen de 5 jaar een EPC label C of beter
- indien uw woning beschikt over een EnergiePrestatieCertificaat EPC D, E of F (dat niet ouder mag zijn dan 2019) en door renovatie behaalt u binnen de 5 jaar een EPC label B of beter
dan komt u in aanmerking voor een mooi duwtje in de rug.
In veel gevallen beschikt u over de het voorafgaande EPC via de recente aankoop van de woning. Indien dit niet het geval is, kan iVES voor u de opmaak van dit EPC zorgen.
Bij een Ingrijpend Energetische Renovatie wordt automatisch wordt uit de EPB-verslaggeving een attest EPB-bouw afgeleid, zodat u ook beschikt over het vereiste EPC-label na de renovatie. Bij een gewone renovatie kan iVES voor u de opmaak van dit EPC zorgen.
Alle details vind u op : https://www.vlaanderen.be/epc-labelpremie-bij-energierenovatie-via-fluvius
PLAATSBESCHRIJVING
Een plaatsbeschrijving dient opgemaakt om discussies te vermijden rond de bestaande toestand bij de start van de werken. Zo kan bij het ontstaan van schade na de start van de werken, worden vastgesteld of de nieuwe schade het gevolg is van de eventuele bouwwerkzaamheden.
De plaatsbeschrijving is een gedetailleerd schriftelijk verslag dat de actuele toestand van een onroerend goed vastlegt bij de start van de werken. De plaatsbeschrijving omvat :
- een opsomming van de gebreken zoals (haar)scheuren, vochtschade, barsten, schimmelplekken en andere gebreken.
- een uitgebreide fotoreportage
Aan de hand van de plaatsbeschrijving kan de eigenaar van de beschreven woning u niet aansprakelijk stellen voor vroeger geleden schade.
De plaatsbeschrijving wordt opgesteld wanneer :
- er structurele werken worden uitgevoerd aan een naastliggende woning zowel in het kader van nieuwbouwprojecten als bij grondige verbouwingswerken
- bij een open bebouwing een kelderbouw wordt gestart, dan is het aangewezen op de ompalende gebouwen in kaart te brengen en te beschrijven.
- de verzekeringspolis het oplegt.
iVES maakt een afspraak met de eigenaar en gaat ter plaatse om de woning te beschrijven. U krijgt een degelijk dossier met talrijke foto's die als bewijsstuk kunnen dienen tegen eventuele klachten.
SLOOP EN ASBEST INVENTARIS
Asbest : wat uitleg
Het inademen van asbestvezels kan ernstige ziekten veroorzaken zoals asbestose en verschillende soorten kanker.
Naast de misschien meest gekende toepassing zoals golfplaten of onderdakplaten, kan asbest echter ook aanwezig zijn in isolatie rond leidingen, lijmen, tegels, platen, lambriseringen, roofing, afdichtingen, flenspakkingen, mastieken, afdekstenen, bloembakken, schouwpijpen etc.
In 1998 werd het vervaardigen en gebruik van een zeer groot aantal asbest-toepssingen verboden. Met het KB van 23/10/2001 werd een totaal asbestverbod opgelegd vanaf 1/1/2002 (met uitzondering van enkele specifieke industriële toepassingen)
Naast Federale wetgeving van toepassing bij tewerkstelling van personeel, is recent nog Vlaamse wetgeving gevoegd bij verkoop van een gebouw.
Asbest-attest : nodig bij verkoop
Sinds 23 november 2022 is bij verkoop van een gebouw ouder dan 2001 en groter dan 20m2 een asbest-attest verplicht.
Het begrip gebouw is dus ruimer dan een woning, maar slaat op elke toegankelijke constructie : een winkel, kantoor, stal, vakantiewoning etc. met oppervlakte groter dan 20m2, waarbij de oppervlaktes van de gebouwen op een perceel worden samengeteld.
Het asbest-attest wordt opgeladen op de databank van OVAM en zal na enige tijd ook ter beschikking worden gesteld via de woningpas https://woningpas.vlaanderen.be/
Het attest is normaal 10-jaar geldig. Bij aantreffen van bepaalde asbesttopassingen kan de geldigheid van het attest verkort worden tot 5 jaar.
Lees ook de FAQ : Hoe verloopt het opmaken van een asbest attest ?
Asbestinventaris tewerkstelling personeel / sloop of verbouwing
Het opmaken van een asbestinventaris is verplicht in 2 gevallen :
Bij tewerkstelling van personeel in een gebouw :
De Federale Overheid verplicht elke werkgever om een asbestinventaris op te stellen voor alle gebouwen waar hij personeel tewerkstelt, ongeacht het bouwjaar.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden in een gebouw :
De sloop- en verwijderingswerken van asbesthoudende materialen dienen te voldoen aan de richtlijnen vastgelegd in het Koninklijk Besluit dd. 16 maart 2006 (BS 23.03.2006) (en latere wijzigingen) en de CODEX (Boek VI Titel 3) betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest. De betrokken medewerkers dienen een adequate opleiding te hebben genoten (KB 16 maart 2006).
Vanaf 16 juli 2005 worden bouwmaterialen met hechtgebonden asbestvezels als gevaarlijk afval beschouwd. Gevaarlijke asbesthoudende afvalstoffen moeten afgevoerd worden door een hiervoor bij de OVAM erkende overbrenger.
Het is dus belangrijk te weten waar, in welke toestand en in welke hoeveelheid asbest aanwezig is in het te slopen gebouw.
De inventaris bij sloop of verbouwing is uitgebreider dan bij de opmaak van een asbest-attest verkoop : het is een destructieve inventaris, waarbij ook gevraagd kan worden om bvb. valse wanden of plafonds gedeeltelijk vrij te maken om de nodige vaststellingen te kunnen doen.
iVES helpt u graag op dat vlak door een asbestinventaris op te stellen en te begeleiden in het verwijderen van het asbesthoudend materiaal.
Sloopopvolgingsplan
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bepaalde sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken is een ‘Sloopopvolgingsplan’ verplicht.
Het sloopopvolgingsplan is een hulpmiddel om selectief te slopen en selectief in te zamelen op de werf.
- Gevaarlijke afvalstoffen kunnen voorafgaand aan de eigenlijke sloop uit het gebouw of constructie verwijderd worden.
- Selectief ingezamelde fracties op de werf kunnen als zuivere fracties rechtstreeks afgevoerd worden voor recyclage.
- Wanneer de werf wordt opgevolgd door de sloopbeheerorganisatie Tracimat, kan het puin als laagmilieurisico-profiel (LMRP) naar een breker afgevoerd worden.
Een sloopopvolgingsplan is verplicht bij de sloop of ontmanteling van gebouwen of infrastructuurwerken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, vanaf een bepaalde omvang van het betrokken volume..
Voor gebouwen is het van toepassing:
- bij niet-residentiële vanaf een totaal betrokken bouwvolume groter dan 1000 m³.
- voor in hoofdzaak residentiële gebouwen (maximaal 1/3 van het betrokken bouwvolume heeft een andere functie dan wonen) enkel voor een betrokken volume groter dan 5000 m³.
Het betrokken volume is de som van de bouwvolumes van alle gebouwen opgenomen in dezelfde omgevingsvergunning.
Voor infrastructuurwerken:
- de afbraak of sloop gekoppeld aan de aanleg of het onderhoud van infrastructuur met een volume van de werken groter is dan 250 m³.
WARMTEVERLIESBEREKENING
Warmteverliesberekening
Een lagetemperatuurverwarming zoals vloerverwarming of ventiloconvectoren heeft een gunstige invloed op het E-peil. Om dit voordeel echter ten volle in rekening te mogen brengen, dient dit gestaafd te worden door een dimensioneringsnota. De warmteverliesberekening geldt als basis voor deze dimensioneringsnota.
Voor vergunningen vanaf 2023 wordt bij nieuwbouw voor centrale verwarmingssystemen met water als afgiftesysteem voor ontwerpvertrektemperatuur maximaal 45°C toegestaan. Ook hier dient dit gestaafd te worden door een dimensioneringsnota met warmteverliesberekening.
De warmteverliesberekening wordt opgesteld conform de norm NBN EN 12831-1 en haar nationale bijlage (ANB) : het bepaalt van elke ruimte in het beschermd volume de warmteverliezen door oppervlaktes zoals wanden, daken, ramen en deuren etc. (transmissieverliezen), maar eveneens door ventilatie
Lees ook de FAQ Volgt een warmteverliesberekening niet automatisch uit de EPB-studie ?
Dimensioneringsnota
Op basis van de warmteverliesberekening dient het afgiftesysteem in elke ruimte te worden bepaald in een dimensioneringsnota : zoals aard en type radiator, legplan met aanduiding debieten, leidingen en onderlinge afstand van vloerverwarming. De bepaling hiervan wordt meestal uitgevoerd door de installateur maar kan desgewenst natuurlijk ook door iVES worden uitgevoerd als bijomende dienstverlening.